Onderzoek en scholing
Voortgang, processen en kwaliteit worden voortdurend bewaakt en bijgestuurd
Gedurende het hele traject van STEM-II worden de resultaten van de lessen en activiteiten zorgvuldig gemonitord:
Zowel bij STEM-II als bij STEM-II Plus en Programmeren & Coderen delen scholen hun ervaringen en bevindingen. De leerkrachten en techniek-coördinatoren gebruiken hiervoor digitale evaluatieformulieren.
De externe partijen die lessen en diensten leveren kunnen met de uitkomsten van de evaluaties van de scholen ook het proces tussentijds bijsturen en verbeteren.
Daarnaast worden de uitkomsten van overleggen van de adviesgroep, de kennisdelingen, de overleggen met aanbieders en de experts gebruikt om de processen te monitoren en bij te sturen.
Universiteit Maastricht onderzoekt hoe de onderzoekscompetenties van leerlingen gestimuleerd kunnen worden en wat de resultaten zijn van de onderwijsmethode ‘Onderzoekend leren’.
Aanleiding van het onderzoek
Er bestaat een kennisbehoefte over de methodiek van onderzoekend leren. Enerzijds bestaan er vragen hoe onderzoekscompetenties bij leerlingen gestimuleerd kunnen worden. Anderzijds bestaan er vragen wat voor effecten er plaatsvinden als gevolg van onderzoekend leren. Dit zal op beide locaties van Basisschool De Kingbeek worden onderzocht. Enkele andere scholen fungeren als controleschool.
Doel van onderzoek
Het doel van het onderzoek/samenwerking is tweeledig:
Duur
Het onderzoek duurt in eerste instantie 3 jaar. 2016/17 is het pilotjaar waarin de instrumenten worden ontwikkeld en uitgeprobeerd. 2017/18 en 2018/19 zijn onderzoeksjaren, waarin de groepen 2-8 twee jaar worden gevolgd. Daarna kan bekeken worden hoe de opbrengsten op langere termijn gevolgd en geanalyseerd kunnen worden.
Aanpak
Het idee van de aanpak is om een aantal opdrachten waar de leerlingen gedurende het jaar aan werken te benutten voor een gestructureerde beoordeling. Hiermee ontstaat een beeld van de ontwikkeling van onderzoekend leren op het niveau van de betreffende klas. Door de wijze waarop de opdracht is uitgevoerd en het eindresultaat van de opdracht vast te leggen, kan deze beoordeling ook buiten de context van de klas geschieden. Dat betekent dat leerkrachten van andere klassen en scholen de opdrachten kunnen beoordelen, waardoor de wijze van beoordelen van een specifieke beoordelaar en het niveau van de betreffende klas van elkaar gescheiden kunnen worden. Het maakt ook mogelijk om een eerlijke vergelijking te maken tussen de vaardigheden van leerlingen in verschillende jaren. Het risico zou anders immers zijn dat met het stijgen van het niveau van de leerlingen ook het beoordelingskader van de docent kritischer wordt, waardoor de toename in de vaardigheden wordt onderschat. Dergelijke metingen waarbij het werk van leerlingen in reguliere lessen benut wordt heet stealth testing. Gedurende de pilot zullen ook meer traditionele instrumenten worden afgenomen in de vorm van vragenlijsten en op testen gerichte opdrachten. Dit is nodig om een goede vergelijking te kunnen maken tussen de resultaten van de opdrachtbeoordelingen en deze traditionele meetinstrumenten. Afhankelijk van de resultaten kan aan het einde van het onderzoek een advies gegeven worden in hoeverre de opdrachtbeoordelingen voldoende zijn om een goed beeld te krijgen van het onderzoekend leren van de klas, of dat het goed zou zijn om in sommige leerjaren ook nog een deel van de traditionele instrumenten af te nemen.
Wij bewaken we de kwaliteit van STEM-II met behulp van experts, onderzoekers en wetenschappers van universiteiten en hogescholen.
Onderzoek naar meetinstrumenten
Samen met KU Leuven doen we onderzoek naar meetinstrumenten op het
gebied van Wetenschap & Technologie en Onderzoekend en Ontwerpend leren. Ook ontwerpen we samen de benodigde meetinstrumenten. Hiervoor werken we samen met Stichting WTE regio Zuid van waaruit de resultaten uiteindelijk gepubliceerd worden.
Ontwerpen van hulpmiddelen
Bij Basisschool de Kingbeek werkt STEM-II samen met Universiteit Maastricht aan het ontwerpen van hulpmiddelen voor het onderzoeken van Onderzoekend & Ontwerpend leren bij basisschoolleerlingen. Hierbij is ook veel aandacht voor de theoretische onderbouwing en wordt onderzocht hoe de gemeten resultaten objectief vastgelegd kunnen worden.
Onderzoek naar kinderen en robotica
Samen met Universiteit Maastricht doen we een kortdurend onderzoek naar het gedrag van jonge kinderen als ze werken met robotica, zoals Bee-Bot.
Het STEM-II project beoogt in 67 basisscholen van 7 verschillende schoolbesturen (Innovo, Triade, Mosalira, Innovo, kom Leren , Adelante; Movare en Kindante) Wetenschap & Technologie in het onderwijsprogramma van de basisscholen in te voeren. De focus ligt hierbij op Onderzoekend en Ontwerpend leren.
Het is gebleken dat leerkrachten behoefte hebben aan professionalisering op het gebied van Wetenschap &Technologie met als focus Onderzoekend & Ontwerpend Leren. De vaardigheden die kinderen van 6 tot 12 jaar binnen dit project aangeleerd krijgen, blijken in de praktijk ook vaak voor leerkrachten een uitdaging; ook gezien de hoge werkdruk en de differentiatie in leerlingen. Daarnaast is het van belang dat deze innovatieve onderwijsmethode door het gehele schoolteam wordt gedragen en toegepast. Kortom: scholing is gewenst.
STEM-II biedt vanaf het schooljaar 2016-2017 in samenwerking met de Nieuwste Pabo een professionaliseringstraject in 3 modules aan, die opbouwend gevolgd kunnen worden: een “basismodule Onderzoekend & Ontwerpend Leren”, een verdiepende module voor “Vakspecialist Natuur en Technologie”, en een module voor “Onderwijskundig Expert W&T”.